Samernasland
Na een bezoek gebracht te hebben aan ons kroost en onze kleinkinderen in Zuid Zweden, werd door besloten om maar snel onze biezen te pakken en naar veiliger oorden te vertrekken. Onze kleinkinderen waren door ons inmiddels zo verwend en wild gemaakt dat het hun ouders tot wanhoop dreef.
Ons favoriete land is en zal altijd Lapland zijn. Daar komt bij dat het een goed eind uit de buurt ligt van onze wraakzuchtige kinderen die, alleszins begrijpelijk, met de door ons verpestte, maar heerlijke kleinkinderen, eenzaam achter bleven en zich maar al te graag wilden wreken. Zij begrijpen nog steeds niet dat zij ons dit leed ooit ook hebben aangedaan en dat wij dit zien als een soort van vergelding. Afijn, ze zoeken het maar uit.
Met ons campertje, een 25-jarige Hobby, nieuw gekocht op een beurs in Stockholm, maar nog steeds in zeer goede staat verkerend, dankzij de goede zorg van Bjorn, nu trotse eigenaar van CustomCamp en zijn niet aflatende zoektocht naar mystieke lekkage, rare stroomstoringen en andere gebreken, trokken we via Trollforsen in twee dagen door naar Jokkmokk.
Na in Jokkmokk het Same museum te hebben bezocht, proviand in hebben geslagen, trokken we verder naar onze vrienden om daar de nacht door te brengen .
Die nacht scheen het noorderlicht in prachtige geel, oranje en groen blauwe kleuren die in alle stilte over onze hoofden golfde en ons bedekte als een warme deken. De nacht was onbewolkt en door de schone lucht leek het wel of de sterren niet hoger aan de hemel stonden dan hoogst een honderd meter. Die nacht sliepen we niet veel.
Die zelfde dag nog ging onze reis verder over de steppen richting Noorwegen en de bergen, om uiteindelijk aan te komen bij ons doel Vioskojaure (snoek baars rivier). Daar vonden we een plek hoog op de bergkam met een wijds uitzicht over de meren en met de Noorse bergen in de rug. Na geconstateerd te hebben dat er telefonisch gelukkig geen bereik was, besloten we op deze plaats minstens een week te verblijven in de hoop geen mens tegen te komen.
Deze hoop bleek al na korte tijd ijdel te zijn.
Die avond nog installeerden we ons en maakten een heel klein beheersbaar vuurtje om wat eetbaars warm te maken. Niet een groot kampvuur zoals ik er veel gezien heb, gemaakt door niet nadenkende natuur vrienden die op de een of andere manier niet begrijpen dat vuur in de natuur een potentieel gevaar is.
De volgende morgen, ik denk om een uur of elf, genietend van het prachtige uitzicht en koffie, werden we opgeschrikt door een donkere stem, die de opmerking maakte dat de koffie lekker rook. Op de vraag of hij zin had in een kop koffie, kregen we een bevestigend antwoord. Toen de koffie ingeschonken was in zijn eigen kosa (uit hout gesneden kop, die voor alle eet en drinkwaren wordt gebruikt) stelde de man zich voor als Gunnar de beren jager, die zijn laatst geschoten beer in de vorm van worst probeerde te verkopen. Toen ik vriendelijk voor hem suiker in de koffie wilde doen, weigerde de man beslist en vroeg of hij in plaats daarvan een stukje kaas in de koffie mocht. Daar ik zelf ook vaak de koffie met een stukje kaas er in dronk en dit geleerd had in de tijd dat ik werkzaam was als houtmeter in Noord Zweden, begreep ik dat de man tot de groep bos, of oost Sami behoorde en zijn taal, zo vertelde hij, was Enaresamieska. Dit dialect heeft een zeer grote rijkdom aan woorden, die heel mooi en poëtisch de mensen beschrijven, het weer, de vier winden, de natuur, de sneeuw, het rendier en alle beesten die leven in Sapmi (Lapland).
Na een gedeelte van de beer in de vorm van een soort van worst weg gespoeld te hebben met een behoorlijke hoeveelheid bier, werd ons een oud Samie’s gedicht door hem voorgedragen.
Het sentiment had hoogstwaarschijnlijk met de worst of de hoeveelheid bier te maken volgens mij met beide. Vertaald luid het als volgt:
hoor broer
hoor zuster
hoor de stem der voorvaderen
waarom laten jullie de aarde lijden
vergiftigen en pijnigen
hoor broer
hoor zuster
hoor de moeder der stammens stem
de aarde is onze moeder
ontnemen we haar het leven
gaan ook wij dood
Dit gedicht heeft zich in mijn hoofd geëtst en zal nooit meer uitgevaagd worden.
Die middag werd er veel verteld door onze Gunnar over de Samise cultuur sagen en legenden. Zijn vertelkunst was opmerkelijk en bijzonder. Hij vertelde dat je de Samise traditionele religie het beste kon beschrijve als een typische natuurreligie waar de Schamanen (Noaidi) een persoon was die het vermogen bezat in contact te komen met het buitenaardse. Met de hulp van een trommel (guovddis) kan hij de weg vinden naar de goden en het rijk der doden. Door het getrommel komt hij in een trance en kan hij reizen maken naar andere werelden. Na afloop volgen antwoorden op alle vragen. Toen de Samen gedwongen werden zich tot het Christendom te bekeren werden de trommels verbrand en daarmee hun geloof.
Dit was in het kort het verhaal verteld door onze beren jager, waarbij ik tijdens het verhaal in zijn blik een lichte weemoed ervoer. Op mijn vraag waarom hij liep te zeulen met een waarschuwingsbord voor beren, keek hij me aan met de woorden:”Om stomme toeristen zoals jij, te waarschuwen dat er zich beren in de buurt bevinden”.
Na enkele uren kraakte zijn communicatie radio, de helikopter zou hem oppikken om hem naar zijn dorp te brengen. We namen afscheid van een heel opmerkelijk, maar zeer wijs man waarvan er jammer genoeg nog maar weinig bestaan .
En wij, wij waren vele verhalen rijker geworden en vele blikken bier armer.
Na enkele weken in Lapland te hebben vertoefd, keerden we met lood in de schoenen terug naar de kinderen, in de hoop dat zij het er heelhuids af gebracht hadden en de kleinkinderen hen niet van het leven hadden berooft. Alles bleek nog bij het oude te zijn met het verschil dat wij verrassend genoeg met veel liefde en vergeving ontvangen werden en liefdevol werden verzorgd. Als verklaring werd ons verteld dat ons in het vervolg niets meer kwalijk genomen zou worden gezien onze leeftijd en geestelijke gesteldheid.
Met vriendelijke groeten en dank aan Bjorn die al jaren gezorgd heeft dat we altijd met ons oude campertje zonder zorgen op stap kunnen.
Annie en Henk van der Meer